Yasa (wetboek)

Yasa (wetboek)

Toen Djengis Khan de Mongoolse stammen verenigde was één van de eerste dingen die hij deed het instellen van een algemeen geldend wetboek, de Yasa (Zha Sa). Dit wetboek was meer dan een wetboek zoals wij het kennen. Het werd gezien als een heilig boek, waardoor het te vergelijken is met de Islamitische sharia. Omdat de Yasa zo heilig was, bezaten alleen de rechters en hoge officieren een exemplaar, verder had niemand van het gewone volk de Yasa in huis. Toch was het algemeen bekend wat er in stond. De Yasa gold voor iedereen, dus ook voor de Khan zelf. Er stonden zelfs wetten in die speciaal golden voor de Khan. De khan moest bijvoorbeeld altijd zorgen voor een goed communicatienetwerk door het hele rijk.

Bronnen

Omdat er zo weinig exemplaren van de Yasa waren, is er geen enkel exemplaar overgebleven. Het is dus moeilijk om vast te stellen wat er precies in de Yasa heeft gestaan. Wel wordt er in verschillende bronnen over de Yasa besproken. Aan de hand hiervan is er een redelijk overzicht ontstaan wat er in de Yasa heeft gestaan. Een voorbeeld van iemand die over de Yasa heeft gesproken was Willem van Rubroeck:

“Ze veroordelen niemand tot de doodstraf tenzij hij op heterdaad wordt betrapt of bekent. Als hij beschuldigd wordt door meerdere mensen wordt hij gemarteld totdat hij bekent. Ze bestraffen moord en vreemdgaan met de doodstraf. Dit geldt niet voor slaven want daarmee mag je doen wat je wilt. Ze geven ook de doodstraf aan dieven, maar voor kleine diefstallen, als deze ten minste niet herhaaldelijk worden gepleegd, staan honderd gruwelijke stokslagen. In gevallen van gezanten, daarmee bedoel ik personen die zich voordoen als ambassadeurs maar die het niet zijn, worden gedood. Zo ook tovenaars, waarover ik later echter meer zal vertellen, want zij worden gezien als heksen.”
-W. W. Rockhill, The journey of William of Rubruck to the eastern parts of the world, 1253-55, as narrated by himself

Belangrijk om te weten bij deze bron is dat Willem van Rubroeck dit schreef toen hij in 1254 in het Kipchak khanaat was. Dit was een redelijk zelfstandig khanaat en het is dus de vraag in hoeverre zij zich hielden aan de Yasa. Maar in grote lijnen komt dit citaat overeen met de Yasa zoals die ook in andere bronnen worden besproken.

Tradities

De Yasa was niet alleen een wetboek, maar ook een verzameling tradities van de Mongolen. De grote angst van Djengis Khan was dat de Mongolen hun oorspronkelijke cultuur zouden vergeten, wat later ook het geval was. Daarom schreef hij de tradities op in het wetboek. Als gevolg hiervan stonden er ook wetten in die bijvoorbeeld gingen over het slachten van dieren. Zo moesten dieren die werden opgegeten, geslacht worden door ze open te snijden en vervolgens het hart stuk te knijpen. Deze methode wordt nog steeds gebruikt in Mongolië. Omdat de Mongolen niet zoiets als een gevangenis of andere methoden van straffen kenden stond op vrijwel elke wet de doodstraf. Zo stond er ook de doodstraf op het plassen in een rivier. Dit werd bestraft omdat het erg belangrijk werd gevonden om de natuur niet te bevuilen, wat natuurlijk zijn oorsprong vindt in de waterschaarste op de steppe. Zo mocht je ook niet direct uit een rivier drinken, maar moest het water eerst met een kom uit de rivier worden geschept. Ook was het volgens de traditie verboden om een dode over een rivier te vervoeren naar zijn rustplaats.

Criminaliteit, religie en oorlog

Naast de tradities die werden opgeschreven in de yasa werden er ook veel wetten vastgelegd over criminaliteit, religie en oorlog. De Yasa was zeer streng met betrekking tot criminaliteit. Dit ging zelfs zo ver dat op liegen of bespioneren de doodstraf stond. Het is de vraag of deze doodstraf altijd werd uitgevoerd, maar zeker is dat men na een aantal voorbeelden wel twee keer nadacht om de Yasa te overtreden. Het gevolg was dat de criminaliteit in het hele Mongoolse Rijk extreem laag was. Als het gaat om religie was de Yasa simpel. Iedereen had het recht om zijn eigen religie te beoefenen, geen religie was beter dan de ander. Religieuze leiders zoals imams of sjamanen werden vrijgesteld van belastingen en andere verplichtingen zoals de dienstplicht. Naast deze groep werden ook diplomaten vrijgesteld van verplichtingen en belastingen. In hun eigen rijk hadden diplomaten een zeer hoge status. Opmerkelijk is dat buitenlandse diplomaten in het Mongoolse rijk ook een hoge status hadden. Het was verboden om diplomaten, ook van vijandige landen, op welke manier dan ook te schaden.

“Just as God gave different fingers to the hand so has He given different (religious) ways to men.
-Möngke Khan tegen Rubroek

Daarnaast was op het gebied van oorlogsvoering vrijwel alles vastgelegd in de Yasa. Zo moest een soldaat die zag dat de boog van een soldaat voor hem was gevallen, deze oprapen en teruggeven, ook op straffe des doods. Het hele decimale systeem dat de Mongolen hanteerden werd erin vastgelegd, zelfs wat de vrouwen moesten doen in afwezigheid van de mannen.

Dit alles heeft meer weg van de regels van een leger dan van een staat. Oorspronkelijk was de Mongoolse staat dan ook alleen maar een nomadisch leger, pas veel later begonnen de Mongolen zich te vestigen. Een essentieel onderdeel van een leger is discipline en dat is wat je terugziet in de Yasa. De discipline in het Mongoolse leger was moeilijk te bereiken omdat het leger was opgebouwd uit stammen die vroeger met elkaar in oorlog waren. Djengis Khan deed er alles aan om deze onderlinge rivaliteit aan banden te leggen, onder andere met deze strenge regels. Hierdoor wordt ook duidelijk waarom op zoveel overtredingen de doodstraf stond. Om al die stammen in toom te houden moesten er voorbeelden worden gesteld. Hoewel Djengis Khan in alle opzichten ertegen was om bloed van een Mongool te laten vloeien, begreep hij dat dit nodig was om te voorkomen dat er meer bloed vloeide.

Illustratie uit het werk van Rashid al-Din, 14e eeuw. Een executie: iemand is van een klif gegooid.