Paardrijden in Mongolië

Paardrijden in Mongolië

Mongolië is het land van de paarden. Waar je ook komt, overal zie je kuddes paarden vrij rondlopen en behendige ruiters die in een noodvaart voorbij galopperen. Bij een rondreis door Mongolië zijn er altijd meer dan genoeg mogelijkheden om korte paardrijtochtjes te maken. Maar het allermooist is natuurlijk om een tocht van een paar dagen of langer te maken. Hiervoor zijn veel mogelijkheden waar je bij je hostel of tourorganisatie in Ulaanbaatar naar kunt informeren.

Hou er wel rekening mee dat Mongoolse paarden altijd half wild zijn. De kuddes lopen vrij rond en de paarden zijn van nature schrikachtig. Maar de techniek van het paardrijden zelf is niet ingewikkeld en de meeste paarden luisteren goed. De teugels worden in de rechterhand gehouden en in de linkerhand hou je een touw vast en gebruik je om je evenwicht te bewaren. Draven en galopperen doe je staand in het zadel. De traditionele Mongoolse zadels zijn van hout en dus keihard, dat is puur afzien als je het niet gewend bent. Gelukkig zijn er voor toeristen Russische zadels, die echter nog steeds verre van comfortabel zijn. Over het algemeen is het sterk aan te raden om enige ervaring te hebben met paarden als je op een meerdaagse tocht wil gaan. Wees er op voorbereid dat het niet onwaarschijnlijk is dat je een keer van het paard valt (gelukkig zijn het kleine paarden) en dat je knieën en andere gewrichten het zwaar te verduren krijgen. De meeste gidsen zullen je natuurlijk altijd helpen, maar niet per se lesgeven. Je moet het dus zelf allemaal een beetje uitvinden.

Wat neem je mee als je wilt gaan paardrijden? In ieder geval warme kleren en een goede slaapzak (ook in de zomer). Als je buiten juli of augustus gaat, kunnen handschoenen ook geen kwaad. Ook een pet of hoed (lokale Mongolen dragen meestal gewoon een pet) tegen zon en andere weersomstandigheden. Eventueel een zalf voor pijnlijke spieren, spray tegen muggen en een dunne doek of net voor om je hoofd tegen de massa’s vliegen die je soms belagen. Paardrijlaarzen zijn ideaal maar natuurlijk groot om mee te nemen, de gouden tip is daarom om zogenaamde ‘chaps’ mee te nemen. Dat zijn een soort beenbeschermers die je over je schoenen aan kunt trekken. Dit zorgt ervoor dat de leren riemen van de stijgbeugels niet de hele dag in je kuiten snijden. Ik kreeg deze dingen te leen na een paar dagen paardrijden en het was een voor mij en mijn kuiten een geschenk uit de hemel.

  • paardrijden
  • paardrijden
  • Paardrijden
  • paardrijden